
Wordt er aan dispuutsvereniging Icarus gedacht, dan springen studiezin en studentikoziteit direct naar boven. Elke dispuutsavond zijn er machtig interessante discussies, waar tegenovergestelde meningen beide gelijk kunnen hebben en er geen verliezer hoeft te zijn. Het kenmerkende aan Icarus is dat er genadeloze kritiek gegeven wordt op aangedragen argumenten; een persoon komt niet weg met het poneren van een standpunt. Het moet een argument hebben, dat vervolgens bevraagd wordt, wat overloopt tot een socratisch dialoog, waar alle heeri dichterbij de idee van het gediscussieerde komen. Als heeri met het bloed van Daedalus zijn we vernuftig, tijdens zo een dialoog wordt steeds weer het krakkemikkige van een argument gerepareerd door een goede onderbouwing. Elke drogreden en denkfout moet weggebrand worden, zoals de zon dat deed bij de was en veren van Icarus. Tuurlijk, een onderbouwing kan breken en diegene verliest zijn balans, gaat op zijn bek, valt in het water, maar hij rijst weer op: een sterker argument is nu begrepen.
Dispuutsvereniging Icarus staat voor veel meer dan een clubje studenten dat van tijd tot tijd samenkomt, het staat voor een idee. Een idee van broederschap waar ieder een van de heeri is. Waar we met zijn allen hoog vliegen en waar we nog hoger willen vliegen; de zon in handbereik, maar dan: er gaat iets mis, iemand valt en gaat op zijn bek. De vlucht valt in het water, maar: sta op jung en weer gaan! De gevallene herpakt zichzelf en reikt wederom naar de zon. Deze gebeurtenis limiteert zich niet tot de dispuutsvereniging, maar werkt door in het gehele leven. Van een soosavond tot aan een charlatan.
Onze studentikoziteit maakt onze onverbiddelijk kritische houding mogelijk: niemand kan op zijn ziel getrapt worden, want ze zijn met elkaar verbonden. De studentikoziteit uit zich in samen borrelen, waardoor we tijdens de dispuutsavonden de diepte in kunnen duiken. Ook is het te merken aan de talloze liederen waaruit we, als afsluiting van een dispuutsavond, kunnen kiezen om te zingen. Daarnaast is onze studentikoziteit ogenschijnlijk op te merken door onze adembenemende das.
Niemand is als ons zo bruut!